Tweede Kamer steunt D66/VVD voorstel voor dierwaardige veehouderij

Harm Holman Thom van Campen Laura Bromet

Op initiatief van D66 en VVD wordt de Wet dieren ambitieuzer dan minister van Landbouw Piet Adema (CU) aan de Tweede Kamer had voorgesteld. In 2040 moet de gehele Nederlandse veehouderij voldoen aan de zes principes van dierwaardigheid.

Dat is de kern van een amendement van Tjeerd de Groot (D66) en Thom van Campen (VVD). CU, Denk, NSC, PVV, JA21 en Volt steunden hun voorstel vandaag. Linkse partijen stemden tegen, omdat zij liever vasthielden aan een amendement van Leonie Vestering (PvdD) uit 2021. BBB, CDA, FvD en SGP gaven de voorkeur aan het wetsvoorstel van minister Adema, waarin het amendement-Vestering zou verdwijnen.

De Eerste Kamer zal in juni over de nieuwe wet stemmen.

Amendement-Vestering uit de wet

In 2021 namen de Tweede en Eerste Kamer het amendement-Vestering aan, dat het verbiedt om dieren pijn of letsel toe te brengen, dan wel in hun gezondheid of welzijn te benadelen, met als doel ze op een bepaalde manier te huisvesten. Hiermee kwam de intensieve veehouderij op losse schroeven te staan.

Bij het aantreden van het kabinet-Rutte IV gaven CDA, CU, D66 en VVD de Dierenbescherming, boeren en ketenpartijen de opdracht om het amendement invulling te geven met een convenant. De onderhandelingen over dit Convenant dierwaardige veehouderij liepen vorig jaar vast.

Adema stelde daarop voor het amendement weer uit de wet te halen en de minister de bevoegdheid te geven om een dierwaardige veehouderij middels algemene maatregelen van bestuur tot stand te brengen.

Teleurstelling

De eerste maatregelen van bestuur die Adema naar de Kamer zond, stelden veel partijen teleur. Zo zou de bezettingsgraad voor opfokleghennen worden verlaagd van 21 naar 18 per vierkante meter en mochten biggen vier dagen langer bij hun moeder opgroeien. Pas in 2026 zou een begin worden gemaakt met het uitfaseren van het ‘couperen’ (afbranden) van varkensstaarten. In het verkiezingsprogramma van vorig jaar schrijft de VVD nadrukkelijk dat er een einde moet komen aan dergelijke medisch onnodige ingrepen bij dieren.

Ook beloofde Adema de regels voor daglicht in nieuwe stallen te zullen ‘aanscherpen’ en wilde hij (slechts) een ‘eerste stap’ zetten om kalveren een week langer op de boerderij van hun geboorte te laten opgroeien — maar nog steeds niet bij hun moeder.

Concreet

De kritiek op het amendement-Vestering, ook van de VVD-fractie, was dat het te vaag was. De PvdD diende daarom een alternatief amendement in, dat in detail voorschrijft wat een dierwaardige veehouderij volgens hen betekent. De partij baseerde zich op de Zienswijze Dierwaardige Veehouderij van de Raad voor Dierenaangelegenheden, die zes voorwaarden stelt: erkenning van de intrinsieke waarde en de integriteit van het dier, goede voeding, een goede omgeving en goede gezondheid, het kunnen vertonen van natuurlijk gedrag en een positieve emotionele toestand.

Kippen moeten bijvoorbeeld een nest kunnen maken, eenden moeten toegang hebben tot open water, runderen moeten sociale banden kunnen onderhouden in een kudde die varieert in leeftijd en varkens moeten kunnen wroeten.

Dat vonden de minister en rechtse partijen weer té gedetailleerd. Onder meer omdat concepten en keurmerken zoals Beter Leven er in de knel mee zouden kunnen komen. Het Europese mededingingsrecht staat het producenten en afnemers namelijk alleen toe om prijsafspraken te maken over bovenwettelijke dierenwelzijns- en duurzaamheidscriteria.

D66 en VVD dienden een eigen amendement in, dat de zes leidende principes van dierwaardigheid in de wet verankerd zonder die te concretiseren. De volgende minister moet daar verder invulling aan geven.

Deadline

Wel stelt het amendement 2040 als deadline om een dierwaardige veehouderij te bewerkstelligen. Dat is ook de termijn waar door de convenantpartijen over werd gesproken, en daarmee in lijn met het VVD-verkiezingsprogramma:

We willen naar een dierwaardige veehouderij voor alle diersectoren zoals dat in het convenant wordt gedefinieerd. Via het convenant komen er nieuwe richtlijnen voor houderijsystemen, waarbij het welzijn en gezondheid van dieren het uitgangspunt zijn.

Thom van Campen, de landbouwwoordvoerder van de VVD-fractie in de Tweede Kamer, verdedigde vorige week het opnemen van een jaartal in de wet:

We zien tegelijkertijd ook wat er gebeurt als je dat niet doet! […] Wij willen concrete stappen gezet hebben op het gebied van een dierwaardige veehouderij.

Thom van Campen tijdens het wetgevingsoverleg van 11 maart over de Nota van Wijziging ten aanzien van de Wet dieren