8 op de 10 VVD’ers willen een dierwaardigere veehouderij

Varkens

Verreweg de meeste VVD-stemmers willen dat het dierenwelzijn in de veehouderij verder verbetert. Dat blijkt uit onderzoek van Kieskompas in opdracht van de Dierenbescherming en de Dierencoalitie.

77 procent van de VVD-kiezers vindt dat er een einde moet komen aan lichamelijke ingrepen om dieren aan te passen aan de veehouderij, zoals het onthoornen van kalveren en het afbranden van varkensstaarten. 83 procent vindt dat dieren in de veehouderij hun natuurlijke gedrag moeten kunnen vertonen. Dit betekent dat eenden kunnen zwemmen, kalveren bij de koe zogen en varkens kunnen wroeten.

70 procent van de VVD-kiezers vindt ook dat dieren iedere dag naar buiten moeten kunnen en 63 procent wil dat dieren niet meer in kooien worden gehouden. Hier denkt de VVD in de Tweede Kamer genuanceerder over:

Het voordeel van een dichte stal is dat de uitstoot van schadelijke stoffen kan worden beperkt.

Voor de meeste VVD-kiezers weegt dierenwelzijn zwaarder: 73 procent wil niet dat we dieren ophokken om schadelijke emissies te voorkomen.

Of, en zo ja hoe, dieren in kooien mogen worden gehouden, laat de VVD-fractie liever aan de Dierenbescherming en sectorpartijen die onderhandelen over een Convenant dierwaardige veehouderij:

Via het convenant komen er nieuwe richtlijnen voor houderijsystemen, waarbij het welzijn en gezondheid van dieren het uitgangspunt zijn.

Het onverdoofd slachten van dieren is in Nederland verboden, behalve bij rituele slacht. De Tweede Kamerfractie wil die uitzondering laten bestaan. Kiezers niet: 86 procent van de VVD-achterban is voor een verbod op alle onverdoofde slacht.

Over preventie van stalbranden zijn fractie en kiezers eensgezind: 93 procent van de VVD’ers wil dat het verplicht wordt om preventieve maatregelen te nemen.