Viskweek in Nederland

Vissen

30 procent van de Nederlanders eet, in lijn met het advies van het Voedingscentrum, één dag per week vis. De gemiddelde visconsumptie (schaal- en schelpdieren, zoals kreeft, oesters en mosselen, voor het gemak meegerekend) is 15 gram per week. Daarmee zit Nederland in de Europese middenmoot. In de Mediterrane landen worden meer dieren uit zee gegeten; in Midden- en Oost-Europa veel minder.

De visvangst heeft volgens het Voedingscentrum wel een impact op het milieu:

De grootste problemen zijn overbevissing, ongewenste bijvangsten en zeebodems worden aangetast.

Overbevissing is zelfs de belangrijkste bedreiging voor leefgebieden en soorten in zee, schrijft Milieu Centraal. En er is nog weinig aandacht voor het dierenwelzijn.

Biedt viskweek uitkomst?

Bij viskweek hebben kwekers een langere zorgplicht tijdens de hele kweekperiode. Daarom kunnen kwekers bij de vissen meer aandacht besteden aan ruimte voor natuurlijk gedrag, gezondheid en het vermijden van stressoren en pijn.

Vissen die in het wild worden gevangen, worden zelden bedwelmd. Ze stikken langzaam op het ijs of worden bij bewustzijn opengesneden. De Nederlandse Vereniging van Viskwekers (NeVeVi) schrijft dat alle vissen die bij hen worden geslacht (hersen)dood zijn. In de palingkwekerij is het sinds 2018 zelfs verplicht om dieren voor de slacht te bedwelmen.

Nederlandse schepen vangen jaarlijks naar schatting 1,5 tot 3,5 miljard vissen. 16 bedrijven kweken hier zo’n 14 miljoen vissen. 5 procent van de vis die we in Nederland eten, is geweekt.

De Liberale Dierenvrienden zijn benieuwd of kweek een diervriendelijker en commercieel alternatief biedt voor wildvangst, en zo ja onder welke voorwaarden? Daarvoor doen we eigen onderzoek, gaan we op werkbezoek en in gesprek met deskundigen, leden en onze politici.

Wat is viskweek?

Gekweekte vis is vis die niet in het wild is opgegroeid, maar in een afgezette omgeving, vergelijkbaar met kippen, koeien en varkens in de veehouderij. In Nederland en andere Europese landen worden onder meer vissoorten gekweekt die elders in de wereld alleen in het wild voorkomen. Door ze dichter bij huis te kweken, zijn deze vissoorten direct binnen ons bereik. Het overgrote deel van de kweekvis komt uit Azië.

Het kweken van vis is niet eenvoudig. Er zijn vissoorten waarvan we nog niet weten hoe we ze in een kweekomgeving kunnen laten voortplanten. Sommige gekweekte vissoorten zijn carnivoren. Daarvoor zijn dus andere vissoorten nodig als visvoer, en die worden meestal wel in het wild gevangen. Een positieve ontwikkeling is de aanwending van visafval. Er wordt in de sector ook gewerkt met plantaardige alternatieven waaruit de vissen toch de benodigde nutriënten halen.

Twee soorten kweek

Er zijn twee manieren om vis te kweken: open en gesloten.

Het kweken van vis in open systemen vindt plaats in binnenwateren. Dit zijn kustwateren en zeegebieden waarvan een deel van het water is afgezet met netten. In Azië gebeurt dit vaak in grote rivieren. Er is ook open kweek in Noorse fjorden.

In Nederland worden schaal- en schelpdieren – vooral mosselen en oesters – in kustwateren gekweekt. Voordelen van deze kweek zijn dat er geen vervuiling van ontlasting is, maar de dieren juist het water filteren, en ze hun voedingsstoffen voornamelijk uit het water zelf halen. Er wordt ook geëxperimenteerd met kweek van zeewier in windparken.

Vis wordt in Nederland alleen in gesloten systemen gekweekt. Dat zijn bakken water die op het land staan. Voordelen van deze systemen zijn dat de kweker de temperatuur en afvalstoffen goed kan controleren.

De Nederlandse viskweek

De twee meest gekweekte vissoorten in Nederland zijn paling en yellowtail, blijkt uit cijfers van NeVeVi. Claresse, een kruising van twee soorten meervallen, komt qua productie op de derde plaats. Deze soort bestaat niet in het wild. De claresse en yellowtail worden ieder bij slechts één bedrijf gekweekt. Er zijn zes palingkwekers. De overige acht bedrijven kweken forel, meerval, steur en tarbot.

Visteelt op land komt in Nederland maar langzaam van de grond. De ruimte om op te schalen is schaars, waardoor de benodigde investeringen lastig zijn terug te verdienen. Buiten Europa zijn de kosten meestal (veel) lager. Nederlandse bedrijven zouden meer meerval en tilapia kunnen kweken, maar dit zijn niet de populairste vissoorten in de markten waarop Nederlandse kwekers actief zijn, en import uit Azië en Zuid Amerika is relatief goedkoop.

De technologische ontwikkelingen gaan echter snel en er komen steeds meer methoden om populaire vissoorten, zoals garnalen, yellowtail en zalm, te kweken.

Voor- en nadelen

Vergeleken met zowel de visserij als veehouderij, lijkt viskweek voordelen te bieden voor natuur en klimaat. Wanneer het visserij in open wateren vervangt, is er minder verstoring van het leven in rivieren en zeeën. De meeste vissersschepen stoken op diesel. Koeien maken van nature methaan aan, een broeikasgas.

Maar wat zijn de voor- en nadelen voor de dieren? Die willen wij de komende tijd in kaart brengen.

Wil je over dit onderwerp meepraten? Sluit je dan aan bij de Liberale Dierenvrienden!